FAQ's: zwangerschap
FAQ's: zwangerschap
Hieronder leest u de meest gestelde vragen rond zwangerschap.
Mijn werkneemster is zwanger. Hoe regel ik verlof?
Is uw werknemer zwanger? Dan heeft zij rond haar bevalling recht op zwangerschapsverlof en een zwangerschaps- en bevallingsuitkering van UWV. Dit is geregeld in de Wet arbeid en zorg (WAZO). U vraagt deze uitkering voor haar aan. U ontvangt de uitkering van UWV en betaalt tijdens het verlof gewoon het loon aan uw werknemer door.
Meerling
Is uw werknemer zwanger van een tweeling of meerling? Dan gelden er aangepaste regels. Zij heeft recht op minimaal 20 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Zij bepaalt zelf de eerste dag van het zwangerschapsverlof tussen de 10 en 8 weken voor de dag na de uitgerekende datum. Deze periode heet de flexibiliseringsperiode. Na de bevalling heeft uw werknemer recht op minimaal 10 weken bevallingsverlof. Kiest zij ervoor om in de flexibiliseringsperiode nog door te werken? Dan telt u de dagen die zij doorwerkt op bij het bevallingsverlof.
Vraag uw werknemer wanneer zij met verlof wil gaan. Dit kan elke dag zijn tussen de 6 en 4 weken vóór de dag na de vermoedelijke bevallingsdatum. Vraag de zwangerschapsuitkering aan tussen de 4 en 2 weken voor de ingangsdatum van het verlof.
Aan wie betaalt UWV de uitkering?
Gewoonlijk betaalt het UWV aan u. Soms is het handig als de uitkering direct wordt overgemaakt aan uw werknemer. Bijvoorbeeld als u weet dat het dienstverband van uw werknemer afloopt tijdens het verlof.
Hoeveel verlof krijgt mijn medewerkster?
Uw werknemer heeft altijd recht op minimaal 16 weken verlof: 6 weken zwangerschapsverlof en 10 weken bevallingsverlof. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling. Tijdens dit verlof betaalt UWV de zwangerschaps- en bevallingsuitkering (WAZO). Deze uitkering loopt net zo lang als het verlof.
Wat als mijn werkneemster ziek wordt tijdens haar zwangerschap?
Als uw werknemer ziek is tijdens of na haar zwangerschap, gelden verschillende regels. Dit heeft te maken met de oorzaak van haar ziekte (wel of niet veroorzaakt door zwangerschap of bevalling) en het moment dat uw werknemer ziek wordt (voor, tijdens of na haar zwangerschapsverlof).
U betaalt tijdens haar ziekte haar loon door. In sommige situaties start de zwangerschapsuitkering eerder. Of kunt u voor uw werknemer een Ziektewet-uitkering aanvragen.
Kan uw werknemer na haar zwangerschapsverlof nog niet werken? Dan meldt zij zich ziek bij u. Als werkgever vraagt u voor haar de Ziektewet-uitkering aan. De uitkering is 100% van het dagloon en uw werknemer krijgt deze maximaal 2 jaar.
Uw werknemer is ziek, maar niet door haar zwangerschap of bevalling. Dan is het van belang op welk moment haar ziekte begint. Dat bepaalt of u haar loon doorbetaalt of dat zij recht heeft op een Ziektewet- of zwangerschapsuitkering (WAZO).
Wat als mijn werkneemster voor de uitgerekende datum bevalt?
Als uw werknemer voor de uitgerekende datum bevalt, dan heeft zij recht op minimaal 20 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. De gemiste dagen van het zwangerschapsverlof telt het UWV op bij het bevallingsverlof.
Voorbeeld: Het zwangerschapsverlof van uw werknemer ging 8 weken voor de dag na de uitgerekende datum in. Maar zij bevalt 3 weken te vroeg. Dan duurt het zwangerschaps- en bevallingsverlof in totaal 20 weken: 5 weken voor en 15 weken na de bevalling.